skip to Main Content

Kunst in de buurt

Doelgroep: groep 1 t/m 8
Duur: Basispakket 3 lessen van 60 minuten
Op maat: Basispakket 3 lessen + co-creatie met leerkracht extra 3 uren ontwikkeling project
Docent: Hilda Klaassen

Hilda werkt als beeldend kunstenaar, maakt schilderijen, tekeningen en installaties en is organisator van allerhande educatieve kunstprojecten. Ze heeft ruime ervaring met projecten op basisscholen

Locatie: kunstwerk in nabije omgeving van school
Groepsgrootte: één klas
Benodigdheden: aanschaf van het te gebruiken materiaal door de school of i.o. met de kunstenaar

Kunst in de buurt

Kunstwerken en beelden zie je overal in straten, pleinen, bij gebouwen en in parken. We gaan bij een beeld in de buurt stilstaan, er beter naar kijken, er schetsen van maken, voelen van welk materiaal het is gemaakt en er vragen bij stellen. Waar is het van gemaakt? Wat vind ik hiervan?
We stappen in het werkproces van een kunstenaar, onderzoeken en experimenteren en gaan zelf kunstwerken maken.

Sluit aan bij het regulier schoolvak: creatieve vakken, (kunst)geschiedenis, erfgoed
Kerndoelen: 40, 41, 54, 55, 56
Competenties: onderzoekend en reflectief vermogen, creërend vermogen, zelfstandig werken en samenwerken, vermogen zich te presenteren.

Hoe en wat.

Les 1 – Eerst kijken naar het kunstwerk in de buurt.
We stellen vragen als: Wat zie je? Waar denk je dat het van gemaakt is? Hoe zou het gemaakt zijn? Maar ook vragen als: Wat zou het betekenen? Waarom is het gemaakt? En….wat vind je ervan?
Les 2 – Dan doen.
We gaan beter kijken naar kunst van een bekende kunstenaar, waarbij gezocht wordt naar een relatie met het kunstwerk in de buurt. B.v. Hundertwasser, Paul Klee, Kandinski, Rembrandt, Erwin Wurm. Het daarvoor gekozen kunstwerk en kunstenaar geeft inspiratie om iets mee te doen. Dat kan in de vorm van vlak werken zijn: b.v. aquarel of schilderen met acrylverf. Of ruimtelijk werken met karton, klei of hout.
Les 3 – Afmaken en presenteren.
Werkstukken afmaken en een presentatie maken van de kunstwerken van de kinderen, eventueel met foto’s van het werkproces, in de klas of een gemeenschappelijke ruimte. Bij werken met klei kunnen daarna de werkstukken gebakken worden bij een keramist of organisatie in de buurt, dit is na de presentatie. Het initiatief daarvoor ligt bij de school.

De vorm kan vlak of ruimtelijk zijn, de kunstenaar gaat in overleg met de school om te kijken wat de vraag van de school is en wat haalbaar is.

Back To Top